Geghoste therapeuten en Ranya
De laatste dagen denk ik plots weer aan Ranya, een masseuse in Borgerhout. April is nog niet over de helft, maar al intens genoeg om de nood te voelen iets zachter te zijn voor mezelf, dus waarschijnlijk niet zo raar dat ik dan plots weer aan Ranya denk. Een massage, een hammambezoek, een hijamasessie. Die laatste twee heb ik nog nooit gedaan, maar nu lijkt een goede periode het uit te proberen. Ik maak een mental note dat ik straks even check of ik Ranya’s nummer nog heb.
Ik kan me niet meer herinneren wanneer precies ik voor het laatst enige vorm van psychologische begeleiding heb geprobeerd. Sinds mijn tweede jaar aan de unief volgde ik al voorzichtige begeleidingen via school en voegde er vrij snel andere vormen aan toe buiten de campusmuren. Meer dan tien jaar heb ik bij verschillende mensen aangeklopt, psychologen, psychotherapeuten, ... De titels zeiden me niets, nog steeds niet, ik wist enkel dat het “moet klikken” en dat als het niet klikt, ik dat gewoon maar moet aangeven en naar iemand anders op zoek moet. Makkelijker gezegd, het uitmaken met uw psych. In de eerste wittebroodsweken geeft de ruimte om alles uit te kunnen storten bij een “professioneel” het idee dat die klik er wel is. Dat, en hoop. De hoop dat je iemand gevonden hebt waar je wel mee verder kan. Pas na verschillende sessies, en een paar honderd euro’s minder, dringt traag binnen hoe jullie misschien toch niet zo’n goede match zijn.
Uno reverse
Gedurende die tien jaar heb ik het gelukkig wel sneller leren herkennen. Bij een van mijn laatste pogingen om bij een psycholoog langs te gaan, merk ik dat zij me niets kan vertellen over mezelf dat ik niet al weet. Ik vertel haar wat mijn problemen zijn, mijn werkpunten, onzekerheden en worstelingen inclusief analyses over waarom ik bepaalde gedragingen vertoon. Ik geef haar net geen PowerPointpresentatie. Ik wil dat ze weet dat we niet van nul moeten beginnen, dat ik over een boel dingen onzeker ben, maar zelfkennis is daar niet één van en dat we een paar stappen kunnen overslaan. Het dringt niet helemaal tot haar door en ze herhaalt wat ik de voorbije tien jaar al meermaals heb gehoord. Wanneer ik haar op een dag mijn ervaring en frustratie deel over een situatie die zich kort daarvoor had voorgedaan, gaat ze te hard tegen mij in. Ze negeert wat ik zeg over hoe de situatie me deed voelen en vult fout in hoe zij denkt dat ik me volgens haar werkelijk voelde. Ik denk na over wat zij zegt, geef het een eerlijke kans, maar besluit, nee, dat is het toch niet. Dat zeg ik haar ook, maar ze gaat opnieuw tegen mij in. Ik heb het altijd moeilijk met mensen die niet naar mijn eerste “nee” luisteren, vaak omdat het me al moeite kost die uit te spreken. Ik merk dat ze projecteert. Vrij snel deelt ze hoe zij zich zou voelen in een gelijkaardige situatie, meer nog, ze heeft ze al meegemaakt. Ze begint te vertellen over haar ervaringen. Het is niet de eerste keer dat een poging langs haar kant om aansluiting bij mij te vinden verwordt tot een Uno reverse therapiesessie. “En hoe deed jou dat voelen?”, vraag ik haar nog net niet. Ik wil verder praten over mezelf want de tijd tikt en ik wil zoveel mogelijk uit die 65 euro halen, maar het lijkt een wedstrijd te worden. Ik moet vechten om iets te kunnen zeggen en het terug over mij te kunnen hebben, en besluit dat ik niet meer terugkom. Zoals altijd vraagt ze aan het einde van de sessie of we al een volgende afspraak zullen inplannen. Ik zeg dat ik haar nog iets zal laten weten.
Wanneer ze weken later mailt of ik toch geen nieuwe afspraak wil, reageer ik nog dat het wel even oké is zo. Het is alvast meer dan dat ik bij de vorige twee heb gedaan, waaronder de haptonoom, die ik – al ben ik er in andere omstandigheden zó tegen – compleet heb geghost, met hulp van Covid.
De haptonoom
In een poging om alternatieve begeleidingsvormen te proberen, kom ik bij de haptonoom terecht. Tijdens zo’n hapto-sessie hebben we een gesprek van ongeveer een half uurtje waarna ik plaats neem op de massagetafel en de haptonoom mij verder begeleidt op basis van aanrakingen over mijn lichaam. Ik ben daar - zeker in (semi-)professionele settings - best wel comfortabel bij, en na positieve ervaringen van een vriendin wilde ik zo’n nieuwe therapievorm wel eens uitproberen. We hebben al een tiental sessies achter de rug wanneer ik terug bij haar zit. Ik zeg haar dat ik me niet goed voel in mijn lichaam. Dat ik al een lange tijd over mijn ideale gewicht zit en dat ik mijn nieuwe lichaam maar niet kan aanvaarden, maar dat ik tegelijk niet de discipline kan vinden er iets aan te doen. Dat ik weet dat ik niet mag denken in termen van ideale gewichten, dat ik weet van mezelf dat het snel de verkeerde kant op kan gaan als ik me er te hard op fixeer, dat ik weet dat dat eurocentrische schoonheidsidealen zijn die ons worden opgelegd en dat ik me daar als vrouw van kleur al helemaal bewust van moet zijn. Wij hebben rondingen, een lichaam om vingers in te zetten, in te drukken. Ik ken de theorie, maar de praktijk vreet aan me. Ik wil mezelf en mijn lichaam mooi vinden, en dat doe ik met het ouder worden vaker, maar nog steeds niet vaak genoeg. In de periode dat ik bij de haptonoom langs ging in ieder geval niet. Het komt een paar keer terug tijdens enkele sessies, soms centraler dan anders, zoals tijdens één van onze laatste.
Wanneer ik halfnaakt op mijn buik op haar massagetafel lig en zij zoals gewoonlijk voorzichtig langs mijn lichaam gaat met haar handen, probeer ik me de energieën waar zij het over heeft in mijn lichaam te visualiseren die met haar vingers meegaan. Ik probeer de oefening zo perfect mogelijk uit te voeren, al lukt het me niet altijd te voelen wat zij zegt dat ik zou moeten voelen. “En wat voel je als ik je aanraak op jouw onderrug?” Ik antwoord vaag, iets over warmte en tintelingen, niet zeker of ik mezelf of haar probeer te overtuigen. Terwijl ze met haar handen langs mijn heupen naar beneden richting mijn benen gaat, zoals ze altijd doet, zegt ze in een poging om me beter te doen voelen: "Je hebt zulke mooie rondingen. Vrouwen uit jouw cultuur hebben toch altijd zulke mooie rondingen." Er waren eerder al eens eerder "culturele" opmerkingen gevallen. Mensen uit jouw cultuur zus, mensen uit jouw cultuur zo, altijd positief, ter compensatie van de racistische ervaringen met witte mensen die ik soms deelde tijdens onze gesprekken. Het voelde altijd lichtjes ongemakkelijk, maar verteerbaar. Hoeveel andere opties dan verteren had ik ook werkelijk in mijn zoektocht naar hulp om mezelf beter te begrijpen? Dus ik slikte de goedbedoelde opmerkingen, zelfs al maakt het me in andere contexten geen zak uit of opmerkingen goed bedoeld zijn of niet. Het idee van opnieuw te moeten zoeken naar een nieuwe vorm van begeleiding maakte me moe, dus ik aanvaardde als uitleg wat ik anders niet zou aanvaarden. Maar de gevoeligheid van haar vingers op mijn lichaam, langs mijn heupen, zij die mij hier halfnaakt onder haar handen heeft, de extra laag kwetsbaarheid die ik voel wanneer ik hier zo, in een onderbroek en losgehaakte beha op haar massagetafel lig, maken de opmerking net iets viezer. Haar woorden blijven dan ook kleven en ik krijg ze niet meer uit mijn hoofd. Ik wil me vasthangen aan het "compliment" of aan haar zacht karakter, maar ik hoor enkel exotificatie.
Ze had gelijk over sommige dingen en ik voelde soms ook écht wel iets, bijvoorbeeld hoe gevoelig het gebied van mijn nek en schouders was, hoe ik geschrokken wegtrok als ze me daar aanraakte, hyperalert was ik dan. “Omdat je altijd op je hoede probeert te zijn,” legde ze me haptonoom-zweverig, maar niet onlogisch klinkend uit. Misschien wilde ik gewoon te graag geloven dat ze me beter begreep dan ikzelf deed. Die laatste keer op haar massagetafel deed me beseffen dat ze dat nooit zou kunnen, en dat ik onvoorstelbaar naïef was te denken van wel.
Ik zeg op het einde van het uur voorzichtig dat ik onze sessies graag wil afronden, ik heb het gevoel dat ik verder kan. “Ja? Ik denk dat we eigenlijk best nu net verder doen met de sessies.” Ze luistert niet naar mijn eerste nee. Het frustreert me, maar ik praat mezelf snel om en denk oké dan, nog één keer. We maken een nieuwe afspraak. Wanneer Covid uitbreekt smst ze me dat we onze afspraak best verzetten. Helemaal goed, antwoord ik, ik zal nog wel een voorstel doen wanneer het weer kan, en ga nooit meer terug.
Quick fixes en rabbit holes
De jaren nadien google ik dan maar naar wat info op de dagen dat het minder gaat. Misschien vind ik een paar quick fixes online die me even verder kunnen helpen. Vaak strandt de rabbit hole zoektocht die begint bij artikels van (pseudo-)artsen bij de combinatie van zoetsappige, mellow poëzie en R&B nummers. Ze slagen er geregeld in de vaagheid die ik voel beter te benoemen of laten me minstens toe herkenning te ervaren in de tekst en muziek. Het brengt me even rust, al is het een kwestie van één gedicht of één nummer te veel vooraleer ze mijn gevoelens gewoonweg pijnlijk versterken. Ik google in ieder geval niet meer naar contactgegevens en reviews van nieuwe psychologen.
Ik zoek weer vaker naar hulp gestoeld op een islamitische basis. Een die niet beweert dat jezelf slecht voelen ligt aan een gebrek aan imaan waardoor je je nóg kutter voelt, maar één die met zachtheid duwt richting Allah. Niet dat ik niet geloof dat je geen extra (medische) hulp moet zoeken buiten geloofsbronnen, heel zeker niet. Dat soort denken heeft er al meermaals voor gezorgd dat een boel mensen die hulp nodig hadden in de steek werden gelaten. Maar ik heb het zelf gewoonweg niet gevonden en heb niet de moed noch het geduld opnieuw te zoeken. Ik sluit andere vormen van hulp niet uit, maar ben het even moe om opnieuw mijn verhaal te doen aan een ander mens, en dat dan ook nog eens zonder resultaat. Zolang ik maar kan terugvallen op Allah, denk ik, minstens. Op Allah en mijn google searches. Een van de islamgerelateerde google resultaten doet in de titel blijken van net die zachtheid – en niet de beschuldigende, slechtemoslimlabelklevende bruutheid – die ik nodig heb. Ik klik op de link. “Not Found. Apologies, but the page you requested could not be found. Perhaps searching will help.”
Ja, perhaps.
Ik moet denken aan Ranya. Ik ben misschien maar twee keer bij haar geweest, zoveel jaren geleden. Wanneer ik de eerste keer aanbel, laat ze me binnen via de parlofoon. Een appartementsblok. Van zodra ik in haar appartementje sta, toont ze me meteen het klein kamertje waar ze me zo meteen gaat masseren. De kamer is goed donker, belicht met een boel zoutsteenlampen. Dat ik het me makkelijk mag maken, of ik iets wil drinken, dat ik me alvast mag uitkleden en plaats mag nemen op de tafel. Dat ze me even tijd zal geven en ze zo weer terug is. Net zoals bij de haptonoom, lig ik halfnaakt op haar massagetafel. Wanneer Ranya terug het kamertje binnenkomt, zet ze haar CD met meditatiemuziek op. Ze legt voorzichtig een dekentje over mij tot vlak aan mijn onderrug. Waar ik opschrikte bij de haptonoom wanneer ze mijn nek en schouderbladen aanraakte, ben ik volledig kalm wanneer ik Ranya’s handen voel. Waar de haptonoom mij voorzichtig aanraakte, drukt Ranya lekker door en geeft ze mijn lichaam wat het nodig heeft. Ik moet niet zeggen wat ik voel, hoe ik me voel, of ik “energieën” van de ene plek naar de andere voel gaan. Ik moet alleen zeggen of het goed voelt, of het harder moet, “’t Is goed zo”. Haar CD hapert, ik voel dat ze zich lichtjes geneert, maar het doet me oprecht niets. Even later hoor ik de buurjongens tegen elkaar schreeuwen. Ik lach voorzichtig, voorzichtig genoeg dat Ranya het niet te hard merkt want opnieuw voel ik dat ze zich lichtjes geneert. Een massagesessie midden Borgerhout, natuurlijk hoor ik dan kleine ghoghito’s roepen. Maar ik ben helemaal rustig onder Ranya’s handen.
“Ranya massage”. Ik heb haar nummer nog en bedenk me dat ik misschien een tijdje niets anders nodig heb dan haar nummer. Geen eindeloos gepraat over mezelf, geen getheoretiseer over wie ik ben en hoe ik me voel, geen oefeningen meer in hoe goed ik mezelf wel niet kan analyseren, maar haar vingers diep in mijn lichaam gedrukt, een haperende CD en voelen zonder meer.