Rupi Kaur, de koningen en ik
Rupi zit naast me terwijl ze schrijft over dagen met honing, oceanen en madeliefjes.
ze
breekt haar zinnen
op, vertelt me
tussendoor
over haar dag en pijn in
beetjes
en titelt het een gedichtje
maar ik heb geen marges over op mijn blad om veel plekken onbeschreven te laten want daar waar zij dubbele spaties en witruimte plaatst, zie ik Adil en Mehdi's jonge jaren onder verbrande rubberbanden van skoda politiewagens, ik zie Mawda en Lamines levenloze lichamen door ooit eens hele moeders gedragen; melk en honing hou ik liever voor vreugdevolle dagen en de laatste maanden voelen zorgvuldig ondergedompeld in rouw.zwart.
Rupi, ik leef in een stad geleid door narren in pak met een koningscomplex
hier, waar we instafamous fakers vieren en waarheidsprekers vierendelen,
waar we het politieke mes in onze rug met fancy dansmoves vergeten.
De would-be-koningen komen voor me staan met Rupi achter hen:
"Ach, berber, dit zijn onze steden, hier is het buigen of breken!"
Het is buigen of breken dus ik verbrijzel mezelf in miljoenen deeltjes
en verstrooi ze over onze verwoeste zielen en vertrappelde levens,
hoop vult de leegte.
Of ik dan geen trotse Antwerpse ben?
De Tamazight in mij weet niet eens waar Antwerpen ligt.
Ik warm me op aan de vlammen van een stad die ik in brand steek
en geniet van het uitzicht, geef mijn ogen de kost,
schenk de wereld rond mij alle aandacht,
hou stiekem passerende bruine mannen in de gaten
en noem het mijn Operatie Nachtwacht.
Ik neem er wat stoelen bij om bij een vergane stad
met mijn mensen wat warms te drinken.
Vraag aan Hassan II wat wij van koningen vinden.